Vinken èn vonken
25 oktober 2021
Laatst sprak ik met een gepensioneerde man en keek samen met hem terug op zijn werkende leven als ‘groene’ ambtenaar bij diverse gemeenten. Toen hij begon met werken waren er nog niet of nauwelijks groenstructuurplannen, standaard programma’s van eisen, kwaliteitscatalogi, beheertoetsen en participatieprotocollen. Hij erkende volmondig het nut van deze instrumenten maar gaf ook aan dat hij mede door het gebruik van deze instrumenten in de loop der jaren steeds minder voldoening uit z’n werk haalde. Het zette mij aan het denken en ik bedacht dat er in de basis wellicht twee soorten werknemers zijn:
- Aan het éne uiterste de werknemers die resultaten boeken door middel van het maken en vervolgens afvinken van allerlei soorten plannen, checklists en werklijstjes (de vinkers, ook wel eens bureaucraten genoemd) en
- Aan het andere uiterste de werknemers die in hun flow niet denken aan regels, standaarden en protocollen (de vonkers, ook wel eens als ongeleide projectielen aangeduid).
Natuurlijk zijn de verschillen in het echt niet zo scherp en zijn beide soorten werknemers even hard(?) nodig. Wat mij betreft klopt de uitspraak “vinken of vonken” in deze context dan ook niet en moet het zijn “vinken èn vonken”.
Het is alleen best lastig om het vinken èn vonken in één en dezelfde persoon te verenigen. Als je ‘van nature’ meer een vonker bent en jarenlang ‘gedwongen’ in een vinkers-functie zit (of andersom), ligt een burn-out zomaar op de loer.
Herken je dit? Zijn jouw ‘vonken’ figuurlijk gesproken bijna op omdat je geacht wordt te vinken? Of word je juist gepusht om meer te vonken en word je daar helemaal ongelukkig van? Of weet je niet precies of je persoonlijke voorkeur neigt naar vinken of naar vonken? Laten we dan eens kennismaken en kijken hoe ik als coach hierin iets voor je kan betekenen. Daar plukken jij èn je werkgever de vruchten van.
De foto bij dit artikel is gemaakt van een deel van een pagina uit het boek Vogels van Europa van Lars Johnsson.